Friday, November 16, 2012

Verplicht leesvoer voor dikkerds en dunnerds!

Weer zo'n superinteressant boek van Asha ten Broeke (met Ronald Veldhuizen dit keer). Ik ben zelf  niet dik (65 kilo bij 1,76 cm), heb wel eens wat zwaarder gewogen (72 kilo), en houdt mezelf scherp in de gaten om dat niet weer te laten gebeuren. Ik weeg mezelf eens per week, en heb duidelijke afspraken met mezelf over hoeveel ik mag eten en wanneer.
Ik vind het onderwerp eten en diëten erg interessant omdat het zo'n groot probleem is. Wie worstelt er niet wel eens met zijn gewicht? En de oplossingen die daarvoor aangedragen worden mogen simpel lijken, maar ze werken niet, kijk maar om je heen. Terwijl de meeste mensen wel erg graag willen afvallen, dus daar ligt het ook heus niet aan.

De boodschap van dit boek is eigenlijk: dik of dun, het zit 'm voornamelijk in de genen. Uit tweelingonderzoek (zelfde genen, apart grootgebracht) blijkt dat 70 tot 80% van het BMI worden verklaard door DNA. Omgeving heeft natuurlijk wel invloed, want als er geen eten is, kun je ook niet dik worden. Vroeger werd lengte bepaald door omgevingsfactoren, bijv. of iemand vaak ziek was geweest, en voldoende te eten had gehad. Tegenwoordig wordt men niet meer zo zwaar ziek, en heeft iedereen voldoende te eten, waardoor verschillen in lengte bijna geheel terug te brengen zijn tot genetische oorzaken. Zo ook, volgens dit boek, met omvang. Er is zoveel eten beschikbaar, overvloedig, voortdurend en goedkoop, dat iedereen zich vol kan eten. Ben je dun? Geluk gehad! Ben je dik? Pech.
Het is wel een heel complex samenspel van veel verschillende genen: efficiëntie van de vetverbranding, dopaminereactie, wilskracht, en de invloed van de omgeving op de genen (epigenetica).

Iedereen die ik spreek over het boek, heeft het moeilijk met het uitgangspunt dat je er zelf niet zoveel aan kunt doen. Ikzelf ook wel. Omdat het me zelf wel lukt om al langere tijd op hetzelfde gewicht te blijven, is de verleiding groot om mezelf daar schouderklopjes voor te geven. Ik kan het toch ook? Waarom een ander dan niet? Maar dat is natuurlijk een niet erg wetenschappelijk en nogal zelfingenomen oplossing voor een veel te ingewikkeld en hardnekkig probleem.
Een ander bezwaar wat wordt geopperd tegen de genetische uitleg van zwaarlijvigheid is dat als je zegt dat mensen er zelf niet zoveel aan kunnen doen, je daarmee iedereen ontmoedigt om het toch te proberen. Wat zou je nog? Zware botten tenslotte, niets aan te doen.

Ik denk dat dit boek hele interessante inzichten geeft, maar zoals ook uit het boek blijkt: het complete beeld is nog niet helder. De genen hebben grote invloed, de omgeving heeft weer invloed op de genen. Je kan wel iets doen. Maar niet wat de meeste mensen nu doen. Namelijk diëten.
Ga nooit op dieet! Dieet werkt niet, en zorgt er bovendien voor dat je lichaam nadien met minder calorieën toe kan, dus dat je sneller weer in gewicht toe neemt. Sporten is gezond voor je, maar helpt niet bij gewichtsverlies. Dus beweeg vooral, maar wees niet gefrustreerd als dat niet tot een slankere taille leidt (vooral van die frustraties kom je anders weer flink aan).

Wat helpt dan wel?
  • Je zoveel mogelijk bewust zijn van de verleidingstrucs die de supermarkten en andere voedselverkopers op je los laten. 
  • Proberen je eetregels te automatiseren, zodat je niet telkens er beslissingen over hoeft te nemen (wilskrachtmanagement). Dus: neem een boodschappenbriefje mee naar de winkel. Stel jezelf als regel dat je 'Nooit wat lekkers koopt bij een benzinestation'. Of dat '1 keer opscheppen 's avonds voldoende is'. 
  • Zorg dat je jezelf zo weinig mogelijk in verleiding brengt door bepaald eten gewoon niet in huis te hebben. 
  • Eet van kleinere bordjes, de porties lijken dan toch groot en dat heeft gevolg voor je gevoel van verzadiging.
  • Probeer kleine gewoontes te veranderen, dit leidt tot zeer geleidelijk (1 a 2 kilo per jaar volgens het boek) gewichtsverlies, maar uiteindelijk kan je er dan komen zonder te lijden.
En verder. Laten we de stigmatisering van dikke mensen proberen te herkennen en in te tomen. Ik las mijn 5-jarige zoon uit Sjakie en de Chocoladefabriek voor, en was nogal geschokt door de beschrijving van de dikke jongen Caspar Slok: "Caspar Slok, die grote, dikke, hebberige nietsnut. Caspar Slok, zo groot en vies. Zo hebberig, gemeen en kinderlijk." (Diezelfde 5-jarige E heeft er vaak over dat hij niet dik wil worden, en wil daarom bijvoorbeeld geen volle melk drinken. Dat gaat toch wel erg ver. Ik weet nog van vroeger dat we met mijn broer en onze vriendjes wedstrijdjes deden wie de dikste buik had, dat was dus heel cool!)

Andere zeer interessante boeken over deze materie (en beiden ook geciteerd in het boek) zijn:


No comments: