Monday, February 28, 2011

Koop-dieet

Oh, oh, oh wat een puinhoop. Ik probeer de studeerkamer wat op te ruimen, maar raak gaandeweg gedemotiveerd door de hoeveelheid snoeren, routers, kladblokken, brave kinderbriefjes en knutsels, visitekaartjes, oude stiften, cd-roms, tijdschriften, uitgekniptje artikelen, geboortekaartjes, folders/rekeningen voor verbouwing van het huis, recepten, ga maar door. Ik kom er wel doorheen. Ik ben eigenlijk vrij goed in opruimen en ordenen. Maar het is zo snel daarna weer een zootje. Je ziet steeds vaker advertenties van organizers. Mensen die je tegen betaling helpen om je huis op orde te krijgen.

Maar de oorzaak ligt natuurlijk in het teveel kopen. Hoe meer spullen, hoe meer handleidingen, hoe meer opladers, hoe meer batterijen (met opladers) etc. Als je mensen de mogelijkheid geeft om teveel te eten, dan zullen ze dat doen, blijkt uit het toenemende gewicht van de welvarende mens. Volgens mij geldt hetzelfde voor het kopen van spullen, en moeten we op een koop-dieet.

Wednesday, February 23, 2011

Rekentuin

Ik ben altijd al geinteresseerd geweest in educatieve spellen. Kinderen vinden het leuk om computerspelletjes te spelen, dus waarom niet tegelijkertijd wat leren? Of je nou op asteroids schiet met een joystick, of door te leren typen, het is hetzelfde spel. Zo zijn alle Robbie Konijn spellen hier enthousiast uitgespeeld en is mijn dochter van 9 nu dus bezig met leren typen met Typetopia.

Mijn zoon (6 jaar) doet sinds een maand Rekentuin. Dit is een online rekenspel. Het is ontwikkeld door de Universiteit van Amsterdame en zit zeeeer goed in elkaar. Het niveau van de sommen wordt afgestemd op de speler. De speler wordt beloond voor inzet, dus ook als je geen goede rekenaar bent, kan je toch veel punten verdienen, door het spel vaak te spelen. Altijd is er een succespercentage van ongeveer 75%. Ik zie bij Kuno het rekenbegrip langzaam groeien. Dat gaat zo. Een som komt de eerste keer langs: 10+20. Oh jee, denkt Kuno, dat is een ingewikkelde som, allemaal getallen boven de tien. Hij drukt op het vraagteken: veel te moeilijk voor hem! Hij krijgt het antwoord te zien: 30. Hmm. Dat lijkt eigenlijk wel een beetje op 1+2=3. De volgende paar keer drukt hij bij soortgelijke sommen weer op vraagteken. Zijn vermoeden, dat het eigenlijk makkelijke sommen zijn, met een nul erachter, wordt steeds  bevestigd. Dan waagt hij het erop, en kiest een antwoord. Bingo, kwartje gevallen, op naar het volgende hindernisje. Zelfs het spelletje Tellen, zit zo in elkaar. Als ik het met mijn jongste, Evan van 3, speel, toont Rekentuin 1, 2 of 3 visjes, met af en toe 4 ertussen. Als Kuno het speelt, ziet hij bijvoorbeeld 2 rijen van 4 visjes. Die kan je handmatig tellen, en dan kom je op acht. Maar je kan ook 4 + 4 doen, dat is sneller, en dan verdien je meer punten. (of 3 rijen van 4, 4+4+4, heee, lijkt dat niet een beetje op 3x4?) Zo worden ze telkens langzaam klaar gestoomd voor de volgende moeilijkheidsstap. De motivatie voor de speler zit 'em in de prijzenkast. Met de verdiende punten kan je medailles, bekers, en zelfs diamanten toevoegen aan je prijzenkast. Die prijzenkast wordt zeer gewaardeerd, maar ook de spelletjes zelf vindt hij leuk. De Rekentuin sommetjes noemt hij knoopjes in zijn hoofd, die ontward moeten worden, en dat geeft bij succes een aangename kick.

Ouders en leerkrachten krijgen verder een mooi overzicht van het niveau van het kind, wat voor niveau hij heeft, hoe vaak hij welke sommen gedaan heeft, wat zijn struikelblokken zijn. Ik ben geen leerkracht, maar ik denk dat ik ervan zou gaan kwijlen als ik het wel was. Wat een werk wat uit handen genomen wordt, en wat een mooi extra inzicht in het individueel niveau van elke leerling!

Nog een interessante bijkomstigheid is, is dat Rekentuin de rekengegevens van de spelers gebruikt voor onderzoek om het leerproces nog beter te doorgronden. Geweldig! Mooie win-win-win situatie zou ik zeggen!