Vandaag wordt in het AD, zoals eens in de zoveel tijd, het toetsen van kleuters aan de orde gesteld. Dat zou moeten worden beperkt. Iedereen leert op zijn eigen manier en volgens zijn eigen pad, en toetsen zou dat in de weg staan. Ik heb zelf ook gemengde gevoelens over toetsen, maar ben er toch tegen als het zou worden afgeschaft.
In de kleuterklassen wordt al wel getoetst, maar daar merken de kinderen eigenlijk nog weinig van. Ze krijgen de uitslag niet te horen, en als er al op wordt gedifferentieerd, is dat voor hen min of meer onmerkbaar. In groep 3 wordt voor het eerst openlijk gedifferentieerd. Kinderen worden op leesniveau ingedeeld. Een groep gelijkwaardige kinderen krijgt opeens te horen, dat een aantal van hen, een maantje is (gewoon leesniveau), een aantal een raketje (hoger leesniveau), en een aantal een zonnetje (hoogste leesniveau). De kinderen met het laagste leesniveau (sterretje) krijgen dat niet te horen, dat weet alleen de juf.
Wat doet het met een groep kinderen als je dat zo mededeelt? Niet veel goeds lijkt mij. Kinderen zijn bezig de wereld en hun positie daar in te leren kennen, en gebruiken daarvoor alle informatie die je hen geeft. Voor hen zegt het label 'zon', of 'maan', niet iets over waar ze zitten in het leren-lees proces, maar het zegt iets over hun identiteit. Ze zijn een zon of een maan.
Mijn zoon K, zat drie jaar geleden in de kleuterklas. Het lukte hem niet zo snel te leren lezen. Dat leverde hem veel frustratie op en hij labelde zichzelf als 'dom'. Ik kan dit blijkbaar niet zo goed, was zijn conclusie. De volgende stap zou geweest kunnen zijn, dat hij zich had afgewend van boeken, leren, en school. Daar was hij immers niet goed in? Toen werd dyslexie onderkend. Dat gaf hem een verklaring voor het lastige proces wat hij doormaakte. Het maakte het ook weer makkelijker voor hem om energie in dat proces te steken, en het niet op te geven.
Het toetsen heeft K geholpen. Doordat hij zo nauwkeurig gevolgd werd, kon de dyslexie vroeg herkend worden, en kreeg hij veel extra aandacht, thuis en op school. We hebben ontzettend veel extra tijd met hem besteed aan het lezen. Nu leest hij goed en met veel plezier.
Zoon E zit sinds een aantal weken in groep 3. Hij kan al een beetje lezen, en is als zonnetje ingedeeld. Hij is daar heel tevreden mee, want: 'hij is dus slim'. Ook dat is geen verstandige labeling. Het voelt natuurlijk wel fijner dan jezelf als dom labelen. Maar de gevolgen kunnen hetzelfde zijn. Kinderen die het idee hebben dat ze 'slim zijn', zullen minder risico's nemen in het leren. Ze zullen uitdagingen waar ze misschien minder goed in zijn ontwijken, om de status van 'slim' maar niet te verliezen. En zo zullen ze minder leren.
Toetsen geeft informatie over jezelf. Informatie is goed. Alleen je moet kinderen wel leren wat ze met die informatie kunnen doen. Ze kunnen het gebruiken om een label op zichzelf te plakken, zichzelf goed of slecht te voelen over wie ze zijn. Of ze kunnen het gebruiken om iets te leren over hun leerproces. Dat laatste is nuttig, en kan ontzettend helpen. Weten dat je dyslexie hebt, kan je gebruiken om te denken: oh, dat spellen lukt me toch nooit, dus ik hoef er niet eens mijn best meer voor te doen, want ik kan dat niet. Maar je kan de informatie over de dyslexie ook gebruiken om meer inzicht te krijgen in je leerproces. Mijn hersenen doen die klankverwerking wat anders, dus ik zal meer mijn best moeten doen bij lezen en spelling.
Ik ben niet tegen toetsen. Maar waarom leggen we de kinderen niet beter uit, wat die toetsen betekenen? Jezelf labelen met vaste eigenschappen is niet goed voor het leerproces. Slechte lezers kunnen goede lezers worden. Goede lezers kunnen gemakzuchtig worden. Waar het voor iedereen om gaat is, dat je je hersens moet gebruiken! Alleen zo wordt je slimmer, wat je uitgangspunt ook was. Het gaat om het proces, niet om het punt.
As good as it gets
Is dit het nou? Ja, dit is het nou. Mooi he!
Monday, October 28, 2013
Monday, September 16, 2013
CITO scores
Meer informatie is altijd goed, vind ik. Als je iets kunt weten, moet je het willen weten. Zo ben ik dus ook wel voor openheid over de CITO scores van basisscholen. Maar met kennis komt ook verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid om goed met die kennis om te gaan. En dat is niet zo makkelijk. Natuurlijk is het fijn dat de school van K en E goed scoort. En natuurlijk zou ik dat als ouder ook mee laten wegen als ik nog een school uit moest kiezen voor mijn kinderen.
En natuurlijk zeggen die CITO scores meer over de lelieblanke populatie van deze school met een postcode beleid gesitueerd in een buurt, waar bijna alleen maar hoogopgeleide ouders wonen. Zoals onze schoolleider (die ook op het RTL nieuws te zien was) vertelde, op deze school hoeft hij minder hard te werken dan op zijn vorige (zwarte) school. Daar was hij blij als de kinderen in ieder geval ontbijt gegeten hadden voor ze naar school kwamen. Hier is het bijna vanzelfsprekend dat ouders hun dyslectische kinderen zelf op extra (dure) bijles buiten de school doen.
Daarom heeft professor Dronkers de scholen ook een cijfer gegeven. In dit cijfer wordt de Sociaal economische achtergrond van de ouders meegenomen. De cito-scores worden eigenlijk herberekend waarbij wordt gekeken wat de verwachte score zou zijn, en dan wordt het verschil met de werkelijke scores bekeken. Dat geeft natuurlijk al een veel beter beeld. Alleen ontbreekt hier wel nog iets. De overheid heeft jarenlang scholen met veel kinderen met laag opgeleide ouders extra geld gegeven. Een kind met ouders met slechts basisonderwijs telde voor 1,3 en een kind met ouders met een LBO opleidingg voor 0,3. Alles daarboven krijgt geen extra geld. Dronkers corrigeert de resultaten ook via deze indeling. Hierbij wordt echter geen onderscheid gemaakt wordt boven LBO niveau. De school van K en E heeft bijvoorbeeld bijna allemaal universitair geschoolde ouders. Dat wordt maar gedeeltelijk in de verrekening mee genomen.
Een andere factor die ik niet zie terug komen in de berekening, is in- en uitstroom. Een school die veel probleemleerlingen overneemt van andere scholen, is maar gedeeltelijk verantwoordelijk voor diens uiteindelijke CITO-score, maar wordt daar wel op afgerekend. Omgekeerd kunnen scholen hun cijfer 'opkrikken' door probleemleerlingen tussentijds te lozen.
En verder zijn er ook nog algemene bezwaren tegen het geven van cijfers. Een cijfer is een momentopname, en zegt weinig over ontwikkeling. Een school die zichzelf ontzettend aan het verbeteren is, kan nu een 6,5 halen, maar volgend jaar wellicht een 8. Een school met een 8 kan op zijn lauweren gaan rusten en volgend jaar naar de 7 zakken.
Bovendien hebben we het hier uiteindelijk over kinderen. Brave (of niet zo brave) kleine lieden die met hun Bob de bouwer rugzakje en drinkbeker blij naar school vertrekken om in de pauze lekker in de zandbak te kunnen spelen. Die missschien voor het eerst geconfronteerd worden met een norm waar aan ze moeten voldoen, en daarvan schrikken of juist opleven. Kinderen die het lastig vinden om stil te zitten, maar wel waanzinnig kunnen tekenen. Dromers die alle dino-namen kennen, en voetballers die van spannende verhalen houden. Kinderen die zich niet volgens curves ontwikkelen, maar ieder hun eigen leerpad volgen vol verrassingen voor hen en hun leerkrachten.
En het blijft een bijna onhaalbaar doel, een Heilige Graal, om al die kindertjes zich optimaal te laten ontwikkelen. En toch doen alle meesters en juffen elke dag hun best om die Heilige Graal te vinden. Daarin moeten ze zoveel mogelijk ondersteund moeten worden. Het is de vraag of deze cijfers hen daarbij helpen. Misschien wel, meer informatie is toch altijd beter. Wat in ieder geval niet helpt zijn de voortdurende bezuinigingen op ons onderwijs. Want meer geld is nog veel beter!
En natuurlijk zeggen die CITO scores meer over de lelieblanke populatie van deze school met een postcode beleid gesitueerd in een buurt, waar bijna alleen maar hoogopgeleide ouders wonen. Zoals onze schoolleider (die ook op het RTL nieuws te zien was) vertelde, op deze school hoeft hij minder hard te werken dan op zijn vorige (zwarte) school. Daar was hij blij als de kinderen in ieder geval ontbijt gegeten hadden voor ze naar school kwamen. Hier is het bijna vanzelfsprekend dat ouders hun dyslectische kinderen zelf op extra (dure) bijles buiten de school doen.
Daarom heeft professor Dronkers de scholen ook een cijfer gegeven. In dit cijfer wordt de Sociaal economische achtergrond van de ouders meegenomen. De cito-scores worden eigenlijk herberekend waarbij wordt gekeken wat de verwachte score zou zijn, en dan wordt het verschil met de werkelijke scores bekeken. Dat geeft natuurlijk al een veel beter beeld. Alleen ontbreekt hier wel nog iets. De overheid heeft jarenlang scholen met veel kinderen met laag opgeleide ouders extra geld gegeven. Een kind met ouders met slechts basisonderwijs telde voor 1,3 en een kind met ouders met een LBO opleidingg voor 0,3. Alles daarboven krijgt geen extra geld. Dronkers corrigeert de resultaten ook via deze indeling. Hierbij wordt echter geen onderscheid gemaakt wordt boven LBO niveau. De school van K en E heeft bijvoorbeeld bijna allemaal universitair geschoolde ouders. Dat wordt maar gedeeltelijk in de verrekening mee genomen.
Een andere factor die ik niet zie terug komen in de berekening, is in- en uitstroom. Een school die veel probleemleerlingen overneemt van andere scholen, is maar gedeeltelijk verantwoordelijk voor diens uiteindelijke CITO-score, maar wordt daar wel op afgerekend. Omgekeerd kunnen scholen hun cijfer 'opkrikken' door probleemleerlingen tussentijds te lozen.
En verder zijn er ook nog algemene bezwaren tegen het geven van cijfers. Een cijfer is een momentopname, en zegt weinig over ontwikkeling. Een school die zichzelf ontzettend aan het verbeteren is, kan nu een 6,5 halen, maar volgend jaar wellicht een 8. Een school met een 8 kan op zijn lauweren gaan rusten en volgend jaar naar de 7 zakken.
Bovendien hebben we het hier uiteindelijk over kinderen. Brave (of niet zo brave) kleine lieden die met hun Bob de bouwer rugzakje en drinkbeker blij naar school vertrekken om in de pauze lekker in de zandbak te kunnen spelen. Die missschien voor het eerst geconfronteerd worden met een norm waar aan ze moeten voldoen, en daarvan schrikken of juist opleven. Kinderen die het lastig vinden om stil te zitten, maar wel waanzinnig kunnen tekenen. Dromers die alle dino-namen kennen, en voetballers die van spannende verhalen houden. Kinderen die zich niet volgens curves ontwikkelen, maar ieder hun eigen leerpad volgen vol verrassingen voor hen en hun leerkrachten.
En het blijft een bijna onhaalbaar doel, een Heilige Graal, om al die kindertjes zich optimaal te laten ontwikkelen. En toch doen alle meesters en juffen elke dag hun best om die Heilige Graal te vinden. Daarin moeten ze zoveel mogelijk ondersteund moeten worden. Het is de vraag of deze cijfers hen daarbij helpen. Misschien wel, meer informatie is toch altijd beter. Wat in ieder geval niet helpt zijn de voortdurende bezuinigingen op ons onderwijs. Want meer geld is nog veel beter!
Wednesday, July 17, 2013
Goed, beter, best
Ik volg de schrijver Po Bronson al een hele tijd. En dat is een interessante reis geweest. Bronson houdt zich niet bij één genre. Hij begon met een grappige en vlijmscherpe roman over de financiele wereld, waar hij zelf ook uit kwam: the Bombardiers. Dit was onmiddelijk een internationale bestseller, en hoewel in 1995 geschreven, ook in deze tijd weer actueel. Zijn volgende boek, dat ook verfilmd is, ging over een Silicon Valley Tech startup: 'The first 20 million is always the hardest.'
Maar vanaf daar stapte hij over naar non-fictie en maakte met 'The Nudist on the Late Shift' een portret van een generatie ondernemers, nerds en gelukszoekers, die rijk werden met internet. Daarop volgde 'What should I do with my Life?' een soort zelfhulpboek, waarin hij aan de hand van verhalen van mensen, er probeert achter te komen hoe je de juiste levenskeuzes kunt maken, en 'Why do I love these people?', dat op dezelfde manier familieverhoudingen onderzoekt.
Vervolgens schreef hij één van mijn favoriete boeken, 'Nurture Shock', of 'Ouders Opgelet', waarbij hij samen met Ashley Merryman mythen over opvoeding onder de loupe legt, en wetenschappelijke onderbouwing zoekt voor wat we nou met die kinderen aan moeten.
Zijn laatste boek, ook samen met Ashley Merryman, is net uit: Goed, beter, best. Hierin worden de onderliggende factoren van competitie onderzocht.
Po Bronson is een goede schrijver, en een nieuwsgierige onderzoeker. Ik heb al veel van hem geleerd. Wat een aantal van zijn boeken voor mij bijzonder maakte, is dat ze persoonlijk waren. Hij nam de lezer mee op zijn persoonlijke zoektocht. Die zoektocht domineerde niet, het ging niet over hem, maar hij gebruikte zichzelf wel om de waarde van zijn ontdekkingen duidelijk te maken.
Zijn laatste boek mist de persoonlijke touch een beetje. Met die verwachting lijkt het wat droger en minder inspirerend. Misschien ligt dat in de samenwerking met Merryman. Of misschien probeert Bronson weer een nieuw genre uit: het managementboek. Het boek leest lekker, bevat interresante wetenschappelijke verhalen, en levert nieuwe inzichten op. Zo vond ik de stukken over wat hormonen doen om je op te peppen in een competitie-situatie erg interessant en waardevol. Zeker een aanrader, als het thema je aan spreekt.
Saturday, July 06, 2013
Help kinderen als M aan een goede opleiding
M heeft 5 jaar bij R in de klas gezeten, en ze waren dikke maatjes. In de kleuterklas kon M al goed lezen. Rekenen ging hem ook vlot af. M is een erg slimme jongen. Maar hij heeft ook Asperger, een vorm van autisme. Na groep 5 verdween hij om die reden uit R's klas en ging naar het speciaal onderwijs.
Nu zit hij dus in groep 8, en gaat na de zomer naar het voortgezet onderwijs. Maar M gaat niet naar een gymnasium, en ook niet naar een havo/vwo klas. In Utrecht of omgeving is namelijk geen geschikt onderwijs voor kinderen met autisme op havo/vwo-niveau.
Gelukkig heeft hij 1 van de 11 (!) plekjes kunnen bemachtigen op de enige school in de provincie Utrecht die vanaf de brugklas havo biedt voor kinderen zoals M. Die school staat in Amersfoort (30 km van zijn huis) en M heeft dan 3 uur reistijd per dag met een taxibusje. Vele andere kinderen kwamen niet eens in aanmerking omdat de wachtlijst te lang is.
Dit is toch te gek, in een land wat zich Kennisland zou willen noemen?!
De moeder van M voert actie, samen met andere ouders van kinderen zoals hij. Ze hebben een petitie opgesteld voor de gemeente Utrecht.
Help mee en teken deze petitie voor beter voortgezet onderwijs voor kinderen met een autisme spectrum stoornis.
Utrecht moet havo/vwo onderwijs krijgen voor kinderen met een autisme spectrum stoornis!
Klik op bovenstaande link of kopieer dit adres in de browser:
https://petities.nl/petitie/utrecht-moet-havovwo-onderwijs-krijgen-voor-kinderen-met-een-autisme-spectrum-stoornis
Nu zit hij dus in groep 8, en gaat na de zomer naar het voortgezet onderwijs. Maar M gaat niet naar een gymnasium, en ook niet naar een havo/vwo klas. In Utrecht of omgeving is namelijk geen geschikt onderwijs voor kinderen met autisme op havo/vwo-niveau.
Gelukkig heeft hij 1 van de 11 (!) plekjes kunnen bemachtigen op de enige school in de provincie Utrecht die vanaf de brugklas havo biedt voor kinderen zoals M. Die school staat in Amersfoort (30 km van zijn huis) en M heeft dan 3 uur reistijd per dag met een taxibusje. Vele andere kinderen kwamen niet eens in aanmerking omdat de wachtlijst te lang is.
Dit is toch te gek, in een land wat zich Kennisland zou willen noemen?!
De moeder van M voert actie, samen met andere ouders van kinderen zoals hij. Ze hebben een petitie opgesteld voor de gemeente Utrecht.
Help mee en teken deze petitie voor beter voortgezet onderwijs voor kinderen met een autisme spectrum stoornis.
Utrecht moet havo/vwo onderwijs krijgen voor kinderen met een autisme spectrum stoornis!
Klik op bovenstaande link of kopieer dit adres in de browser:
https://petities.nl/petitie/utrecht-moet-havovwo-onderwijs-krijgen-voor-kinderen-met-een-autisme-spectrum-stoornis
Wednesday, June 05, 2013
Consumenten gemak/bedrog
Dit weekend waren mijn twee zoons jarig, dus veel feest. En dus veel taarten bakken. Dat doe ik graag, en zo min mogelijk uit een pakje. Vroeger kocht ik nog wel eens samengestelde pakjes, maar sinds ik door heb hoe makkelijk die pakjes samen te stellen zijn, erger ik me er steeds meer aan. Cakemix is een combinatie van suiker en cakemeel. Appeltaartmix is een mengsel van zelfrijzend bakmeel en suiker. De basisingredienten bij elkaar kosten vaak maar de helft of minder dan het samengestelde pak. De enige reden om zo'n samengesteld pakje te kopen is als je geen weegschaal hebt.
Appeltaart
Een goed recept voor appeltaart van zelfrijzend bakmeel vind je hier
Zelfrijzend bakmeel
Is ook een samenstelling natuurlijk, een mengels van bloem en bakpoeder. Toch kies ik hier wel voor Zelfrijzend bloem van Euroshopper, omdat het erg goedkoop is, en als je zelf mixt het soms door teveel bakpoeder niet lekker wordt.
Pannekoekgemak
In plaats van een pak pannekoekenmix meng je dus gewoon bloem, melk en eieren. Zie hier een prima recept.
Poffertjes
En dat geldt dus ook voor poffertjes.
Cake
Cakemeel is een extra fijn gemalen meel, met bakpoeder en smaakversterkers. Op zich dus ook zelf samen te stellen. Kijk uit voor de verwarring met cakemix, daar zit de suiker al doorheen. Recept staat meestal op het pak.
Boterkoek
Daar heb je dus ook een mix waar ik een half jaar geleden eens ingetrapt ben! Maar dat is dus echt een SUPER simpel recept.
Chocolademelk
Tja, dat is dus een mix van cacaopoeder, suiker en melk. Dat lijkt me vrij voor de hand liggend, maar de Kidsweek kreeg het voor elkaar om bij een test van chocolademelk-poeders, geen suiker bij de cacao te doen, omdat ze dachten dat cacao een kant-en-klare chocolademelkmix was. Het testresultaat was 'erg bitter', ja, dat geloof ik. Later werd de fout wel recht gezet, en won de cacaopoeder als nog de test, zowel op prijs als op smaak.
Appeltaart
Een goed recept voor appeltaart van zelfrijzend bakmeel vind je hier
Zelfrijzend bakmeel
Is ook een samenstelling natuurlijk, een mengels van bloem en bakpoeder. Toch kies ik hier wel voor Zelfrijzend bloem van Euroshopper, omdat het erg goedkoop is, en als je zelf mixt het soms door teveel bakpoeder niet lekker wordt.
Pannekoekgemak
In plaats van een pak pannekoekenmix meng je dus gewoon bloem, melk en eieren. Zie hier een prima recept.
Poffertjes
En dat geldt dus ook voor poffertjes.
Cake
Cakemeel is een extra fijn gemalen meel, met bakpoeder en smaakversterkers. Op zich dus ook zelf samen te stellen. Kijk uit voor de verwarring met cakemix, daar zit de suiker al doorheen. Recept staat meestal op het pak.
Boterkoek
Daar heb je dus ook een mix waar ik een half jaar geleden eens ingetrapt ben! Maar dat is dus echt een SUPER simpel recept.
Chocolademelk
Tja, dat is dus een mix van cacaopoeder, suiker en melk. Dat lijkt me vrij voor de hand liggend, maar de Kidsweek kreeg het voor elkaar om bij een test van chocolademelk-poeders, geen suiker bij de cacao te doen, omdat ze dachten dat cacao een kant-en-klare chocolademelkmix was. Het testresultaat was 'erg bitter', ja, dat geloof ik. Later werd de fout wel recht gezet, en won de cacaopoeder als nog de test, zowel op prijs als op smaak.
Tuesday, May 14, 2013
De schitterende eenvoud van index beleggen
Als je dan niet met de staatsloterij mee doet, hoe moet je dan rijk worden? Met weinig tevreden zijn helpt, en zorgt ervoor dat je geld (in ieder geval dat van dat staatslot) over houdt. En als je geld bespaart, moet je daar wel wat mee doen natuurlijk. Euro's zijn werknemers, die je aan het werk moet zetten. En wel door te beleggen, want sparen levert niks op. Het idee je geld te beleggen roept veel emoties op: Is dat wel verstandig, dat is toch heel risicovol? Of juist: ja, dan moet je dat en dat aandeel kopen, dat wordt het helemaal!
Gelukkig is er ook gewoon veel onderzoek gedaan naar wat de beste manier van beleggen is. Actief je geld inzetten op bedrijven waarvan je denkt dat ze succesvol worden is daar niet een van. Die verwachtingen zijn namelijk al verwerkt in de prijs. Er zijn miljoenen mensen die zich elke dag het hoofd breken over of een bepaald aandeel onder- of overgewaardeerd is, dus op het moment dat jij of ik dat bedenken, is die gedachte al verwerkt in de prijs, en is het aandeel dus niet meer over of onder gewaardeerd. Specifieke aandelen kopen en verkopen is speculeren en eigenlijk gokken.
De beurskoersen van alle aandelen samen zijn over de lange termijn echter wel gestaag gestegen. Daar kan je dus van mee profiteren. Door niet op een bepaald aandeel in te zetten, maar een gespreide portefeuille van aandelen te kopen en te houden en zo mee te liften op de stijgende koers van aandelen in het algemeen. Dat is indexbeleggen. Je kiest niet 1 aandeel, maar alle aandelen van een index.
Daarbij is het belangrijk om de kosten van het verhandelen van de aandelen zo laag mogelijk te houden. Aan en verkoop kosten drukken de winst aanzienlijk. Advieskosten van beleggingsexperts moet je vermijden. De koersen zijn immers niet te voorspellen, ook niet door de 'experts'. Advieskosten zijn weggegooid geld. Verder zijn er beheerkosten van aandelenfondsen, die de winst ook behoorlijk kunnen drukken. Als je voor een fonds kiest, kies dan een passief aandelenfonds, waarbij er zo min mogelijk gehandeld wordt. Verhandelen kost geld, en dat wil je niet. Er zijn fondsen die passief de index volgen, en die zijn het goedkoopst. Als je elke maand een klein bedrag wilt beleggen zijn die een goede keus.
Het beste is echter zelf zo'n mandje met aandelen samenstellen, waarbij je goed spreidt, en zo min mogelijk handelt. Dit kan je doen via Alex of Binck of welke broker je het beste lijkt. Kijk goed naar alle kosten, want de kostenstructuren zijn vaak niet heel doorzichtig, en je moet goed berekenen wat voor jouw situatie het beste is. Lees dit artikel van Erica Verdegaal uit het NRC van afgelopen zaterdag ook maar even, voor de risico's die bij goedkope brokers kunnen horen.
Nog niet overtuigd? Lees dan het boek: 'De schitterende eenvoud van het indexbeleggen'. Zoals Zalm in het voorwoord zegt: Knap om een heel boek te schrijven over een zo eenvoudig onderwerp, en dat klopt ook wel. Veel van wat in het boek staat ligt voor de hand als je al achter het principe van indexbeleggen staat. Maar het is een belangrijk beslissing: Wat doe ik met mijn geld, dus het is altijd goed om alles nog eens op een rijtje te krijgen. Daar is dit boek heel geschikt voor. De schrijver, Jacques Wintermans, is mede oprichter van Meesman Index Investments die een goedkope manier bieden om aan indexbeleggen te doen die gebaseerd is op het amerikaanse Vanguard.
Gelukkig is er ook gewoon veel onderzoek gedaan naar wat de beste manier van beleggen is. Actief je geld inzetten op bedrijven waarvan je denkt dat ze succesvol worden is daar niet een van. Die verwachtingen zijn namelijk al verwerkt in de prijs. Er zijn miljoenen mensen die zich elke dag het hoofd breken over of een bepaald aandeel onder- of overgewaardeerd is, dus op het moment dat jij of ik dat bedenken, is die gedachte al verwerkt in de prijs, en is het aandeel dus niet meer over of onder gewaardeerd. Specifieke aandelen kopen en verkopen is speculeren en eigenlijk gokken.
De beurskoersen van alle aandelen samen zijn over de lange termijn echter wel gestaag gestegen. Daar kan je dus van mee profiteren. Door niet op een bepaald aandeel in te zetten, maar een gespreide portefeuille van aandelen te kopen en te houden en zo mee te liften op de stijgende koers van aandelen in het algemeen. Dat is indexbeleggen. Je kiest niet 1 aandeel, maar alle aandelen van een index.
Daarbij is het belangrijk om de kosten van het verhandelen van de aandelen zo laag mogelijk te houden. Aan en verkoop kosten drukken de winst aanzienlijk. Advieskosten van beleggingsexperts moet je vermijden. De koersen zijn immers niet te voorspellen, ook niet door de 'experts'. Advieskosten zijn weggegooid geld. Verder zijn er beheerkosten van aandelenfondsen, die de winst ook behoorlijk kunnen drukken. Als je voor een fonds kiest, kies dan een passief aandelenfonds, waarbij er zo min mogelijk gehandeld wordt. Verhandelen kost geld, en dat wil je niet. Er zijn fondsen die passief de index volgen, en die zijn het goedkoopst. Als je elke maand een klein bedrag wilt beleggen zijn die een goede keus.
Het beste is echter zelf zo'n mandje met aandelen samenstellen, waarbij je goed spreidt, en zo min mogelijk handelt. Dit kan je doen via Alex of Binck of welke broker je het beste lijkt. Kijk goed naar alle kosten, want de kostenstructuren zijn vaak niet heel doorzichtig, en je moet goed berekenen wat voor jouw situatie het beste is. Lees dit artikel van Erica Verdegaal uit het NRC van afgelopen zaterdag ook maar even, voor de risico's die bij goedkope brokers kunnen horen.
Nog niet overtuigd? Lees dan het boek: 'De schitterende eenvoud van het indexbeleggen'. Zoals Zalm in het voorwoord zegt: Knap om een heel boek te schrijven over een zo eenvoudig onderwerp, en dat klopt ook wel. Veel van wat in het boek staat ligt voor de hand als je al achter het principe van indexbeleggen staat. Maar het is een belangrijk beslissing: Wat doe ik met mijn geld, dus het is altijd goed om alles nog eens op een rijtje te krijgen. Daar is dit boek heel geschikt voor. De schrijver, Jacques Wintermans, is mede oprichter van Meesman Index Investments die een goedkope manier bieden om aan indexbeleggen te doen die gebaseerd is op het amerikaanse Vanguard.
Friday, May 10, 2013
Wat zou jij doen met een miljoen?
Hij gaat vallen. De superjackpot. Vandaag wordt er dus iemand multi-miljonair. Ik had het erover met een paar collega's, die elke maand samen een lot kopen. Ze fantaseren erover dat maandag dan de hele afdeling uitgestorven is, en men zich geen raad zal weten omdat zij allemaal lekker thuis zitten. Ik fantaseer er zelf ook wel eens over. Heerlijk om alle obstakels in je leven af te kunnen kopen, en alleen nog maar je eigen zin te hoeven doen. Loten kopen doe ik niet meer, sinds ik iemand op de radio loterijen eens heb horen omschrijven als: 'Belasting op domheid'. De kans op dat miljoen is natuurlijk veel te klein, en de verwachtingswaarde is negatief.
Maar volgens mijn collega's toch de enige kans op rijkdom die ze in hun leven zullen hebben. Ik opperde dat rijkdom een relatief begrip is, en dat als je minder wilt dan je je kunt veroorloven, je ook rijk bent. Hmm, werd er geschamperd, dat is een beetje de 'poor man's way out'. Ja, misschien wel, maar misschien ook wel die van de happy-man.
Ik moest denken aan een uitzending van de Vijfde Dag laatst, over mensen die met een restschuld achterbleven nadat ze hun huis met onder water gelopen hypotheek gedwongen hadden moeten verkopen. Een mevrouw huilde dat ze al meer dan een jaar niet op vakantie was geweest, en dat ze zich schaamde omdat ze zo'n loser was (haar woorden), en zich niks meer kon veroorloven. Op het eind kwam Gerard Hormann in beeld, schrijver van het boek Hypotheekvrij, die al een tijd bezig is om zijn hypotheek zo snel mogelijk af te lossen, en daarvoor bezuinigt waar hij kan. Hij rijdt in een heel klein autootje vertelde hij trots, en ze zijn een van de weinige in Nederland die geen platte televisie hebben, de oude doet het immers nog prima. Ook een staycation in de achtertuin is heerlijk zei hij, en liep naar de kraan om een lekker glas water te drinken.
Erg mooi voorbeeld van een half leeg en een half vol glas. Ik wil de zorgen van mensen met schulden niet bagatelliseren. Maar je realiseren in wat voor extreme rijkdom we leven, en daar elke dag van proberen te genieten, is toch wel een mooi streven. Met een glas water, of een kopje thee genieten van een bibliotheekboek kost niet zoveel. En wat kan een paar miljoen daar aan toevoegen?
Maar volgens mijn collega's toch de enige kans op rijkdom die ze in hun leven zullen hebben. Ik opperde dat rijkdom een relatief begrip is, en dat als je minder wilt dan je je kunt veroorloven, je ook rijk bent. Hmm, werd er geschamperd, dat is een beetje de 'poor man's way out'. Ja, misschien wel, maar misschien ook wel die van de happy-man.
Ik moest denken aan een uitzending van de Vijfde Dag laatst, over mensen die met een restschuld achterbleven nadat ze hun huis met onder water gelopen hypotheek gedwongen hadden moeten verkopen. Een mevrouw huilde dat ze al meer dan een jaar niet op vakantie was geweest, en dat ze zich schaamde omdat ze zo'n loser was (haar woorden), en zich niks meer kon veroorloven. Op het eind kwam Gerard Hormann in beeld, schrijver van het boek Hypotheekvrij, die al een tijd bezig is om zijn hypotheek zo snel mogelijk af te lossen, en daarvoor bezuinigt waar hij kan. Hij rijdt in een heel klein autootje vertelde hij trots, en ze zijn een van de weinige in Nederland die geen platte televisie hebben, de oude doet het immers nog prima. Ook een staycation in de achtertuin is heerlijk zei hij, en liep naar de kraan om een lekker glas water te drinken.
Erg mooi voorbeeld van een half leeg en een half vol glas. Ik wil de zorgen van mensen met schulden niet bagatelliseren. Maar je realiseren in wat voor extreme rijkdom we leven, en daar elke dag van proberen te genieten, is toch wel een mooi streven. Met een glas water, of een kopje thee genieten van een bibliotheekboek kost niet zoveel. En wat kan een paar miljoen daar aan toevoegen?
Subscribe to:
Posts (Atom)